Nederland staat niet bekend als typisch dieselland. Terwijl in de rest van
Europa de ‘verdieseling’ van het wagenpark in de eerste maanden van dit jaar
aantrok, zakten de verkopen van dieselauto’s in Nederland naar een nieuw
dieptepunt.

In Europa nam het aandeel van dieselwagens bij de autoverkopen tussen 2000 en
2007 toe van 30 procent naar gemiddeld 50 procent. In Nederland was eveneens
sprake van een stijgend aandeel van diesels, tot 28 procent van de verkopen
in 2007. Maar daarmee bleef Nederland fors onder het Europese gemiddelde.

Verkoopdip diesels
In crisisjaren 2008 en 2009 zakte de verkoop van dieselauto’s in heel Europa
relatief hard terug, mede vanwege de economische crisis die het zakelijke
verkeer voor de langere afstanden trof. In eerste drie maanden van 2010
steeg het aandeel van diesel in de Europese autoverkopen weer, naar 48,5
procent. Maar Nederland bleef achter.

Uit cijfers van de Europese branchevereniging Acea
blijkt dat het aandeel van diesels in de Nederlandse autoverkopen in de
eerste drie maanden van 2010 is gedaald tot 16,5 procent, tegen iets meer
dan 20 procent over heel 2009.

Nederlandse verkoopcijfers worden op maandbasis gepubliceerd door
branchevereniging Rai, maar die heeft voor de periode tot en met mei nog
geen uitsplitsing naar benzine- en dieselwagens, aldus woordvoerder Harald
Bresser.

Fiscale achterstand
"De algemene trend in de autoverkopen is kleiner en zuiniger, maar in
Nederland bekent dat niet noodzakelijk meer dieselwagens", aldus
Bresser. "De koplopers in het kleine, zuinige segement zijn de Citroën
C1, de Toyota Aygo, en de Peugeot 107 - in feite drie keer dezelfde auto -
maar deze modellen zijn alleen in de benzine-uitvoering leverbaar."

Bresser wijst erop dat ook het fiscale klimaat in Nederland diesels op
achterstand zet. "Dat zit 'm onder meer in de wegenbelasting die voor
diesels ongunstiger uitpakt." Voor de meest zuinige variant van de
Volkswagen Polo Blue Motion is er een vrijstelling voor de wegenbelasting,
maar voor veel andere dieselauto's geldt dat niet.

Kleiner brandstofvoordeel
Belangrijk punt blijft ook dat de hogere aanschafprijs voor dieselauto's -
doorgaans vier tot vijfduizend euro - zich moet terugverdienen via de lagere
brandstofkosten. Hoe meer kilometers je maakt, des te sneller de hogere
koopprijs is terugverdiend.

Op korte termijn springt dieselbrandstof er voor dit sommetje niet al te
gunstig uit. De afgelopen elf maanden zijn dieselprijzen aan de pomp
gemiddeld met 19 procent gestegen, tegen een stijging van 12 procent voor
benzine, blijkt uit cijfers van het CBS. Zie de grafiek: Dieselbrandstof
fors duurder.

Dieselbrandstof is nog altijd goedkoper dan benzine, met een gemiddelde prijs
1,19 euro per liter, tegen 1,52 euro voor een liter Euro95 benzine. Maar het
prijsvoordeel aan de pomp is tussen augustus 2009 en juni dit jaar geslonken
van circa 38 cent per liter tot 33 cent per liter.

Prijsomslag
Het kleinere verschil tussen benzine- en dieselbrandstof hoeft overigens niet
structureel te zijn. "Dit soort prijsschommelingen heeft onder meer te
maken met beslissingen van raffinaderijen om tijdelijk meer benzine dan wel
diesel te produceren, en de timing van onderhoudsbeurten", zegt
petroleum-consultant Pieter Kulsen van PJK International. "Als diesel
relatief minder opbrengt, wordt het aanbod op de internationale markt
beperkt en dat kan een prijsopdrijvend effect hebben."

De hogere dieselprijs biedt op zichzelf weer een prikkel voor raffinaderijen
om meer diesel te leveren, waardoor de balans de andere kant op slaat.
Misschien dat de verkoop van ultrazuinige dieselauto's dan toch weer een
zetje in de rug krijgt.

Lees ook:

Zijn dit Prius-killers?

Superzuinige auto's ook interessant voor particulier?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl